. . . bij de gratie van wel. Ouder worden is minder erg dan niet meer jong zijn. Arm zijn is lastiger dan niet rijk zijn. Gekozen worden is minder erg dan niet gekozen worden. Het glas is niet half leeg maar wel half vol. Niet is onzin, niets niet. Hoe moeilijk kan het zijn om je niet te bemoeien met alles. Zelfs 'n overtuigde buddhist zal je vertellen om je er niet mee te bemoeien en bemoeit zich er dus mee. De verwarring zit in de woorden en niet in de bedoeling. Als ik tegen mezelf zeg dat ik iets moet doen maar ik doe het niet krijg ik ruzie met mijn emoties. Ik hoor nooit mijn bedoeling wat zeggen. Natuurlijk soms achteraf maar dat is een slap excuus. Ik probeer me steeds voor te nemen om niet te zeggen wat ik denk en niet te bedoelen wat ik doe. Dat eerste lukt aardig maar dat laatste echt nooit. En nooit is voltooide tijd van niet.