Ik sta naast mijn vader en samen staan we naast de Ford Taunus uit 1965. De auto is schoon en gewassen en we staan samen trots te poseren. Ik kom net tot aan de schouder van mijn vader. Ik kan me niet herinneren hoe het was om naast hem in die auto te zitten of om met hem naar huis te gaan. Al die dagelijkse handelingen, die zo vanzelfsprekend lijken, zijn verdwenen. Opgelost in een groter geheel. Het leven is ook niet bedoel om een herinnering te worden. De herinnering is er alleen maar om dankbaar te kunnen zijn voor wat er wel geweest is. We staan daar toch maar mooi samen trots te zijn. |
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Archives
Oktober 2017
Categories |