. . . niet inpasbaar. Stel nu dat het leven een treinreis is en dat we samen in dezelfde trein zitten. Niemand kent de machinist maar we gaan er gewoon vanuit dat hij of zij weet wat te doen. We vertrouwen op de routine van het dagelijkse zijn. De reis gaat voor iedereen ergens anders heen en toch hebben we hetzelfde doel. We willen allemaal veilig en comfortabel reizen. Iedereen op zijn eigen kenmerkende, vertrouwde manier. Je zoekt elkaar op als je 'n gezamenlijk gevoel hebt of je zondert je af als je wat meer op jezelf wil zijn. De een leest 'n boek, de ander luistert muziek. Sommige mensen praten met elkaar en weer anderen kijken samen naar een film. Soms kijk je naar buiten en soms kijk je gewoon even bij jezelf naar binnen. Soms deel je verwondering met elkaar en soms geniet je van het anders-zijn. Je bent nieuwsgierig wie er bij komt en wie de trein verlaat. De reis is niet voorspelbaar en zo zijn ook de medereizigers. Algemeen heerst er een vreedzame sfeer waarin iedereen er van overtuigd is dat vragen stellen belangrijker is dan antwoord geven. Het geluid van de trein, het geroezemoes, het leven en het voorbij suizen van de omgeving worden soms onderbroken door dringende, angstige vragen, door misverstanden en emotionele uitspattingen. Iedereen weet dat dit er bij hoort. Iedereen weet dat elke passagier zijn eigen bagage heeft en dat er plaats genoeg is en dat reizigers tijd nodig hebben om een plek te zoeken en de nodige vragen te stellen.