. . . proberen haar aan te kijken. Het lukt me niet. Misschien niet meer of gewoon omdat ik het niet kan. Doodmoe van alles en onder alle teleurstellingen vandaan gekropen probeer ik me een houding te geven. Ik ben blij dat ik nooit aan een programma heb meegewerkt waarin mensen gefilmd worden in alle daagse, toch wel intieme, situaties. Het zou gewoon weer een teleurstelling zijn. Probleem is alleen dat ik niet weet waar ik in teleurgesteld ben. Ik blijf ergens hangen in een wij-denken zonder dat ik begrijp dat ik er niet bij hoor. Ooit ben ik op m'n fiets gestapt en ben er nooit meer afgekomen. Weggevlucht van alles wat mij dierbaar was. Ik ben niet boos en ook niet verdrietig. Gewoon teleurgesteld. Emotioneel terechtgesteld, schuldig verklaard wegens vriendelijkheid tegen anderen. Ik zit nog steeds rechtop en kijk haar aan. U lijkt mij een vriendelijke man, zegt ze. Zou ze het zien?