. . . het woord is nu nog maar de helft van de bedoeling. Nu was de bedoeling al twijfelachtig maar daar dan de helft van . . . oh, ik snap het! De boef blijft 'n boef. Het doet er niet toe hoeveel hij steelt. De schipper schippert, hoe ver hij ook moet varen. De bakker bakt, al is het voor de hele wereld. Dus de rijken blijven rijk hoeveel er ook wordt bijgedrukt. En ja, arm blijft arm. Natuurlijk is alles relatief. Alles heeft met alles te maken en kan niet zonder elkaar. Maar waarom krijgt de een dan het OM achter zich aan en de ander een lintje? We doen toch wie we zijn. Straf en beloning veranderen daar niets aan. . . . . . En daarom gaat de geldpers aan. Omdat het toch niks uitmaakt.