. . . en geen woorden. Ik voel dat ik alles moet uitleggen. Woorden moet zoeken om duidelijk te maken wat ik zie en hoe ik kijk. Alsof ik me nog steeds moet verantwoorden vanuit de achterkant van mijn ogen. Iets zie wat de ander niet ziet. Kan onveiligheid zo ver naar binnen dringen dat het nooit meer weggaat. Als bij een spoorwegovergang. Ik voel de snelheid van de voorbijrazende trein als woorden die mijn ziel openscheuren.